Houding en gedrag binnen een 3.0-organisatie: een punt van aandacht.

Elk toegepast kanaal/proces vraagt om een eigen werkwijze en een eigen werkhouding. De werkwijze volgt uit het vastleggen van de processen. Daarbij laten werkinstructies duidelijk zien wat we van medewerkers verwachten en dat maakt het voor iedereen duidelijk wat we van elkaar verwachten.

Daarnaast verwachten we een bepaalde werkhouding tijdens het uitvoeren van activiteiten. Houding en gedrag zijn binnen een 3.0-organisatie een bijzonder punt van aandacht. Als een medewerker actief is in meerdere kanalen, dan zijn het zijn gedrag en zijn werkhouding die een klant of doelgroep ervaart. Daarom zal in het leidinggeven de nadruk moeten liggen op het juiste gedrag en de juiste houding. Hierbij is het de bedoeling dat het management de kernwaarden uitstraalt en deze koppelt aan het gewenste gedrag.
Dit laat zich goed beschrijven, maar dit gedrag dagelijks laten zien, is wat anders. Van leidinggevenden wordt verwacht een scherp beeld te hebben van het juiste gedrag voor een bepaald kanaal en hier daadkrachtig op te sturen. Door mensen in te zetten in hun kracht, ofwel: door gebruik te maken van de kernkwaliteiten, wordt de managementtaak eenvoudiger omdat medewerkers dan met passie werken.