Vragen en stellingen voor een veranderplan

Hieronder staat een veranderplan op basis van vragen en stellingen. Werk deze uit en schrijf het veranderplan samen met een zo groot mogelijke groep deelnemers/medewerkers.

Wat is de aanleiding tot de verandering?

• Druk van buiten;
  • Klant;
  • Conflict;
  • Onvrede;
  • Communicatie;
  • Markt;
• Druk van binnen;
  • Product;
  • Communicatie;
  • Cultuur;
  • Conflict;
  • Onvrede;
    • Ambitie;
• Onbeheersbaarheid;
• Onevenwichtigheid.

Let op dat u de aanleiding van binnenuit door vertaalt naar de oorsprong. Ligt de oorsprong bij een klagende klant? Ervaart de klant onvoldoende toegevoegde waarde waardoor er wordt gehamerd op een lagere prijs?

2. De aard van de verandering?

• Sociale veranderingen;
• Geplande veranderingen;
• Strategievorming komende jaren;
• Instrumenten, procescontrole, methoden.

De aard van de verandering is van belang voor de beeldvorming/begripsvorming van diegenen die moeten veranderen. Schrijf dit voldoende helder uit in begrijpelijke taal.

3. Niveau waarop kan worden veranderd?

• Strategie;
• Cultuur en/of structuur;
• Groepen mensen;
• Communicatie & informatie;
• Systemen;
• Kerncompetenties;
• Leiderschap/managementstijl;
• Gedrag;
• Motivatie.

Door het niveau van de verandering aan te duiden, bakent u de verandering ook daadwerkelijk af. Door de afbakening ontstaan er een kop en een staart aan de verandering. Voor de inrichting van een 3.0-organisatie kan het zijn dat er op meerdere niveaus veranderd moet worden. Maak per niveau een afbakening en laat zien waar de delen samenkomen tot een geheel veranderplan. In stukken hakken maakt veranderen haalbaar en elke succesvolle verandering kan worden gevierd. Succes vieren geeft motivatie voor de volgende stap.